Traditionele paardentraining maakt veel gebruik van R-, en van escalerende druk. De paarden leren dat iets het juiste antwoord was door het stoppen van die druk. We rijden met hulpen die paarden in de basis vervelend vinden, en ook moeten vinden. Zoals een ‘ophouding’ op het bit, been’hulp’ met sporen, of een ‘tikje’ met de zweep. 
Opvallend, vind ik, hoe we deze termen zo hebben gekozen dat ze bijna lief klinken. 

Paarden leren hierbij dat als ze niet reageren op de lichtere ‘hulpen’, de hulpen in de regel duidelijker en dus vervelender worden. Stopt een paard niet als je hem inhoudt, dan trek je harder. Stopt die wel, laat je los. 
Gaat een paard niet voorwaarts als je hem licht aanspoort, dan schop je harder of krijgt hij een tikje. En je stopt met het opvoeren van de druk als hij wel gaat. 

Veel paarden leren dit heel snel, met name bij goede ruiters, die weinig onbedoelde hulpen geven, en goed doorhebben wat het juiste moment is om de druk/prikkel te stoppen. Hierdoor kan een goede ruiter met een meewerkend paard met hele lichte hulpen goed samenwerken en erg succesvol zijn. Vaak hoeven er dan weinig vervelende hulpen gegeven te worden en als er goede harmonie is tussen ruiter en paard.

Vroeger, toen ik nog traditioneel reed…..
Links: Tessa met Juup, januari 2021.
Rechts: Tessa met Rocco, 2001.

Ga naar volgende item is R- training vervelend?